
Een fiscaal Level Playing Field tussen de verschillende nationaliteiten en de verschillende beleggingscategorieën van fondsen moet ervoor zorgen dat spaarders kunnen kiezen voor fondsen die het beste aansluiten bij hun behoeften en risicoprofiel, ongeacht fiscale aspecten
Belgische aspecten van fiscaliteit die van toepassing zijn op, onder andere, de beleggingsfondsensector zijn:
Vrijstelling van beurstaks (TOB) Institutionele aandelen
Op 19 december 2018 is de Taks Circulaire gepubliceerd betreffende de Vrijstelling van beurstaks (TOB) voor “aan institutionele of professionele beleggers voorbehouden rechten van deelneming van een ICB”. Deze circulaire geeft de interpretatie weer van de Belgische financiële sector.
Vanaf 1 januari 2018 is de TOB-vrijstelling niet enkel van toepassing op verrichtingen met als voorwerp stukken of aandelen van institutionele AICB naar Belgisch recht maar ook op verrichtingen met als voorwerp:
- aandelen of stukken van institutionele klassen uitgegeven door AICB’s naar Belgisch recht, andere dan institutionele AICB’s naar Belgisch recht,
- aandelen of stukken van institutionele klassen uitgegeven door ICB’s naar buitenlands recht,
wanneer dergelijke stukken of aandelen aan institutionele of professionele beleggers voorbehouden zijn.
Standpunt FOD Financiën inzake afronding Asset Test (art 19bis WIB92)
De Federale Overheidsdienst Financiën – Fiscaliteit heeft een bericht gepubliceerd met betrekking tot artikel 19bis WIB92 waarin de toepassing van de afrondingsregel van de Asset Test wordt gespecificeerd.
Wet “bestrijding belastingfraude en –ontwijking inzake roerende voorheffing”
De wet van 11 januari 2019 houdende maatregelen van bestrijding van de belastingfraude en -ontwijking inzake roerende voorheffing is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2019.
Deze bevat wijzigingsbepalingen om oneigenlijke vrijstellingen van roerende voorheffing tegen te gaan en de opeisbaarheid van roerende voorheffing in het geval van een onterechte vrijstelling of terugbetaling te vergemakkelijken.
Kaaimantaks
Het zogenaamde Kaaimantaks-regime heeft een fiscale transparantie ingevoerd voor bepaalde juridische constructies die zijn opgezet door Belgische particuliere belastingplichtigen en is van toepassing vanaf 1 januari 2015. Het inkomen van bepaalde in aanmerking komende entiteiten wordt rechtstreeks belast bij deze personen indien ze als oprichter en / of begunstigde te beschouwen zijn, alsof ze de inkomsten rechtstreeks zouden hebben ontvangen.
Het koninklijk besluit van 21 november 2018 tot aanpassing van het koninklijk besluit van 18 december 2015 tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 3 december 2018.
Dit nieuwe koninklijk besluit wijzigt het bestaande besluit en introduceert drie categorieën van juridische constructies binnen de Europese Economische Ruimte (EER) die zullen worden beschouwd als juridische constructies, mogelijk in de sfeer van de Kaaimantaks:
- Investeringsvehikels (private ICB’s en AIFs) die worden aangehouden door één persoon of meerdere personen die met elkaar verwant zijn, waaronder SICAV-SIFs. Publieke en institutionele ICB’s vallen buiten het toepassingsgebied van deze wet. SIFs die geen AIFs zijn, zouden onder de kaaimantaks vallen.
- De zogenaamde hybride entiteiten, d.w.z. juridische structuren die niet transparant zijn voor de Belgische inkomstenbelastingdoeleinden, maar die fiscaal transparant zijn in het rechtsgebied binnen de EER waar zij gevestigd zijn.
- Entiteiten met rechtspersoonlijkheid gevestigd in de EER, die niet zijn onderworpen aan inkomstenbelasting of die onderworpen zijn aan een inkomstenbelasting die minder is dan 1% van het belastbare inkomen zoals bepaald in overeenstemming met de regels die van toepassing zijn volgens de Belgische wetgeving op de inkomstenbelasting. Deze drempel van 1% is alleen van toepassing op entiteiten die niet onder de scope van categorie 1 of 2 vallen.
Dit nieuwe koninklijk besluit is van toepassing op inkomsten die zijn ontvangen, toegekend of betaalbaar zijn gesteld door juridische constructies vanaf 1 januari 2018.